Bloeiende kruiden in de vorm van madeliefjes en kruipboterbloem tolereren wij, mits niet te overheersend. De samenstelling van de graszoden is dan ook sterk en zeer divers. Het uitgangspunt is een sterk mengsel van grassen die het betreden goed verdragen. Dit zijn Engels raaigras, veldbeemdgras en verschillende soorten roodzwenkgras. Het Engels raaigras is goed bestand tegen kort maaien.
De totale oppervlakte van de gazons bedraagt 2500 m2.
Tussen april en oktober worden de gazons 2x per week gemaaid. Dit vergt veel groeikracht van de planten en zonder bemesting zou dit de grasplanten uitputten en verzwakken. Ongedierte zoals emelten en engerlingen komen in een vitaal gazon minder voor. Maar het voorkomt ook uitdroging bij langdurige droogte.
In de Tuinen wordt alleen met organische meststoffen gewerkt.
De eerste gift bestaat uit groenkalk. Een organische gekorrelde kalkgift met de samenstelling magnesiumcalciumcarbonaat.
Vervolgens wordt in april, na de eerste maaibeurt en liefst voor een periode waarin regen valt, een gift met de meststof Mix 5 gedaan. Deze mengmeststof heeft de verhouding:
- N (Stikstof) 10
- P (Fosfor) 6
- K (Kalium) 8
- MgO (magnesuimoxide) 5
Wij verdelen de voorgeschreven dosering over 2 giften met een tussenliggende tijd van maximaal 3 maanden. De eerste gift in april en vanaf eind juni tot half juli wordt de tweede helft uitgestrooid.
In september wordt een extra kaliumgift gestrooid. Kalium bevordert de stevigheid van het wortelstelsel en zorgt ervoor dat de gazons de winter goed doorkomen.