Hoektuin (1999)

De Hoektuin is net als de Geknipte tuin in 1999 aangelegd ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Tuinen Mien Ruys. De tuin vormt de begrenzing van de Tuinen aan de noordwestelijke kant. Dit gedeelte hoort vanaf 1974 bij de Tuinen en heeft verschillende gedaantes gehad.

Vormgeving en beplanting

De Hoektuin ligt met twee treden iets verhoogd ten opzichte van de nabijgelegen Gemengde border en Geknipte tuin. De rechthoekige tuin wordt aan één zijde begrensd door de taxushaag van de Geknipte tuin en aan twee andere zijden door de doorgetrokken bruine beukenhaag van de Gemengde border, gevolgd door de rode haagblokken van Berberis thunbergii ‘Atropurpurea’.  Vóór de bruine beukenhaag staat een lagere haag van Cotoneaster simonsii. De gelaagdheid van beide hagen geeft de tuin extra diepte.

Aan de vierde zijde kijkt de tuin uit over het grasveld van het middenterrein. Het pad ligt in een L-vorm door de tuin waardoor in het midden een vierkant beplantingsvlak ontstaat. Doordat het vak aan één zijde niet begrensd is maar uitkijkt over het grasveld, vraagt dit om een wat lagere beplanting. Er is gekozen voor weinig soorten met een basis van een lage herfstaster, Aster ‘Prof. Anton Kippenberg’. In de zomer vormt dit een groen kussen, in het najaar kleurt het spectaculair blauwpaars. De transparante beplanting van Verbena bonariensis en het siergras Panicum virgatum ‘Rehbraun’ geeft hoogte aan het vak. De overige beplanting volgt elkaar op in bloeitijd. In een breder gedeelte tussen het pad en de beukenhaag ligt een terrasje met zitbank met aan beide zijden een vak met de doorbloeiende heesterroos Rosa ‘White Fleurette’ en Geranium phaeum ‘Samobor’. Tegen de achtergrond van de taxushaag meerdere exemplaren van de Clerodendrum trichototum. De grillige vorm contrasteert mooi met de strakke geometrische vorm van de taxushaag. 

Geschiedenis

Toen rond 1974 de proeftuinen flink werden uitgebreid, heeft Mien Ruys op het middenterrein vanaf het Bloementerras tot aan de Gemengde border geëxperimenteerd met rozen in cirkelvormige perken die over het terrein werden uitgestrooid. Zij noemde dit ‘Bellen blazen’, een principe dat zij in de jaren zestig veel heeft toegepast. Na een eerdere proef met rozen op de plek van de huidige Herfsttuin, probeerde zij hier opnieuw een beplanting van rozen. Om de verschillende kleuren van de rozen van elkaar te scheiden, gebruikte zij losse gebogen hagen van lariks. De rozen werden geen succes. Enerzijds  vanwege de zure, vochtige veengrond die niet geschikt is voor rozen, anderzijds omdat zij geen chemische bestrijdingsmiddelen wilde gebruiken, wat in die tijd nog nodig was om de rozen vrij van ziekten en plagen te houden. Eén van de cirkels werd als grapje ingeplant met éénjarigen in ronde banen in de kleuren lila, blauw en purper.  Mien Ruys had zich hiertoe laten inspireren door ouderwetse plantsoenen die men vaak ziet in het buitenland en noemde dit de ‘Kitschberg’.

Begin jaren tachtig werd ‘Bellen blazen’ opgeruimd. De larikshagen bleven staan en vormden de achtergrond voor een aantal nieuwe tuinen; de Gele tuin, de Blauwe border en de Rozentuin. In de buurt van de huidige Hoektuin richting het middenterrein werd toch weer een poging gedaan om een tuin met rozen te maken. Inmiddels waren er sterkere rozensoorten verkrijgbaar die goed bestand zouden zijn tegen ziektes en plagen. Deze vrij natte hoek van de Tuinen werd in één van de gebogen larikshagen zo’n 40 centimeter verhoogd en begrensd door een muurtje. Een hoekige haag van Ilex meservae omsloot de andere zijde.  Langs de haag van Ilex werden een rand van sterke rozen ingeplant in de kleurstelling van roze, lila, karmijn en zalm, verbonden met Nepeta. De grond werd verbeterd met kalk en beendermeel om de rozen een goede start te geven. Deze bleken goed aan te slaan, echter de vorm van de Rozentuin was niet goed. Het was een soort podium midden in de ruimte geworden met onvoldoende beslotenheid. In 1996 werd de rozentuin meer naar de hoek verplaatst en aangelegd in de vorm van een cirkel. De tuin kreeg de naam Tuin met rozen.