„Ik zit nog vol plannen, die — als het maar even kan — moeten worden uitgevoerd," zegt de dochter van Bonne Ruys, die dit jaar een eeuw geleden in Dedemsvaart onder de naam Moerheim een kwekerij stichtte die anno 1988 bloeit als nooit te voren.
„Nee, kweken had niet direct mijn belangstelling. Wel de vraag wat je met al die planten zou kunnen doen. Ik wilde weten op welk type grond bepaalde planten het beste passen en hoe de bloeivolgorde is. Voorlichting was er in die tijd nog niet. Ik wilde er achter zien te komen hoe planten zich ontwikkelen. Van mijn ouders kreeg ik een hoekje om me uit te leven. Mijn eerste tuin was een schaduwtuin. "
Toen Mien Ruys 60 jaar geleden begon te experimenteren, kreeg zij de nodige hulp van medewerkers van haar vaders kwekerij. Nadat ze in 1937 naar Amsterdam verhuisde om er een bureau voor tuin- en landschapsarchitectuur te vestigen, kwam het onderhoud van de tuinen in het gedrang en was er een vaste tuinman nodig. Op den duur bleek dat te kostbaar en scheen de toekomst van het tuinencomplex allesbehalve rooskleurig.
„De tuinen konden worden gered door ze in een stichting onder te brengen. Na enkele erg moeilijke jaren slaagden we er in tot een sluitende exploitatie te komen. Nu gaat het allemaal heel goed. Die duizenden bezoekers, 't Is toch een fantastisch gezicht, al die families, toeristen en leerlingen van tuinbouwscholen die hier geïnteresseerd rond kijken," stelt de architecte tevreden vast.
Mien Ruys werkte in groep van 'De Acht' samen met vooraanstaande architecten, onder wie Rietveld: „We waren wars van romantiek; strakke architectuur was ons credo. De Nieuwe Zakelijkheid noemden we onze stijl. Tientallen projecten hebben we uitgevoerd. Voordat er een gebouw of een huis werd ontworpen, was er intensief overleg tussen architect en mij. Rietveld nam me eens mee naar een bouwterrein. Dat is de mooiste plek, daar moet het huis staan, vond hij. Helemaal niet, zei ik. Op de mooiste plek bouw je toch geen huis. Daar hoort de tuin. Rietveld moest me wel gelijk geven."
Niet iedereen is overigens even gecharmeerd van haar tuinarchitectuur. Mien Ruys: „Als kunstenaar roep je nu eenmaal kritiek op. Je bent experimenteel bezig. Dat wordt als provocerend ervaren. Onlangs was prinses Juliana hier voor de viering van het 100-jarig bestaan van de kwekerij. Ze kwam in één van mijn nieuwe tuinen en had duidelijk moeite met de wilde beplanting in een strakke omgeving. Wie vindt dit nu mooi, vroeg de prinses zich af. Ik, riep ik meteen."
Mien Ruys was de eerste tuinarchitect, die spoorbiels gebruikte: „Dat was voor een huis in de duinen, om het niveauverschil te accentueren. Ik weet het: nu wordt biels te kust en te keur toegepast en niet altijd even zinvol. Aan mijn pionierswerk met biels heb ik overigens de bijnaam Bielzen-Mien overgehouden."
Uit: Het Vrije Volk van 12 november 1988