Deze zelfde vraag geldt voor landhuizen in de bergen, maar hier komen weer geheel andere factoren op de voorgrond.
Beneden staand en omhoog ziend geeft de vlakke, horizontale lijn tegen de bergwand iets krachtigs en vooral het gevoel van stevig verankerd te zijn. Klimt men daarentegen hooger om van boven op de huizen neer te zien, dan is het plattedak niet alleen niet mooi, maar zelfs buitensporig leelijk; slechts grintvlakken met hier en daar een uitsteeksel van luiken of schoorsteenen, en hier zal met de ligging van het huis wel degelijk rekening mee moeten worden gehouden, van geheele woningcomplexen evengoed als van het alleenstaande landhuis.
Een oplossing van deze moeilijkheid is te vinden in de beplanting. Wanneer het huis rondom in het groen ligt, omgeven door opgaande boomen en hooge heesters is het dak geheel verscholen. Vooral de helling boven het huis moet beplant worden zoodat van beneden af de voorgevel vrijblijft, de achtergrond daarentegen wordt gemaskeerd. Dan wordt het gevoel van beschutting en hechtheid dat al in deze bouwwijze ligt door de beplanting nog versterkt.
Het is vanzelfsprekend dat de bergzijde van het huis vrij donker en somber wordt; hier komt dus de ingang en de bijvertrekken. De woonkamers keeren zich naar het verre uitzicht over het dal. Om zooveel mogelijk van het vergezicht te profiteeren wordt het huis hoofdzakelijk in de lengte gebouwd en niet diep. Ook hier komen nu geheele wanden voor die grootendeels uit glas bestaan, in tegenstelling met de bekende Zwitsersche, dubbele raampjes. Of dit in een bergstreek economisch is zal de toekomst moeten bewijzen.
Wat de verdere bouw betreft, gelden hier natuurlijk dezelfde wetten van zuiverheid van lijn en juiste proporties als overal en dat dit op dit gebied ook in Zwitserland iets moois te vinden is, bewijzen deze foto’s. Maar een deel van het succes ligt hier zeker in de omgeving. De aanwezige boomen zijn met groote zorg gespaard en de donkere, opgaande stammen vormen een eigenaardig contrast met de strakke, horizontale lijn van het huis. Berghelling en beplanting tezamen omvatten en beschermen het huis als het ware en de boomen werpen donkere schaduwen op de glaswanden die anders teveel en te hel licht binnen zouden laten. De vooruitspringende balcons langs de geheele voorgevel versterken de horizontale lijn, maar dienen tevens om een gedeelte van het zonlicht op te vangen.
Het is veel waard zon in de kamers te kunnen hebben, maar een teveel kan, vooral in hooggelegen streken, een bezwaar worden waar we wel degelijk rekening mee moeten houden. Teveel licht maakt onrustig en is daardoor vermoeiend, maar de balcons houden hier het zonlicht gedeeltelijk tegen, terwijl tegelijkertijd de schaduw hiervan de groote glaswanden doet glanzen in de wisseling van licht en schaduw. In de bergen komen meer andere mogelijkheden voor die in het vlakke land ontbreken. Tusschen de ingang van het terrein en het huis bestaat hier op een betrekkelijk kleine ruimte een vrij belangrijk hoogteverschil. Dit gaf mogelijkheid tot het bouwen van een garage in de bergwand, met een mooie, vlakke, even gebogen muur aan de straatzijde. Door de open deur is een lichte stalen trap zichtbaar, die naar een kamer leidt met een balcon. Chauffeurswoning of een grappig zitje?
Van boven hangt een of andere plant in zware overdaad over de muur naar beneden en langs deze muur stijgt de weg naar het huis omhoog.