Wat versta je onder een moerastuin? Eigenlijk is het óf een moeras óf een tuin. Het is hetzelfde probleem als het contrast tussen architectuur en natuur.
Een moeras is een onderdeel van een landschap; bij een tuin ligt de nadruk op de beslotenheid. De oplossing van de tegenstrijdigheid tussen die twee hoort tot de boeiendste opgaven van de tuin- en landschapsarchitect. Een van de uitgangspunten bij een tuin is de toegankelijkheid; het belangrijkste van een moeras is de aanwezigheid van water. In een moerastuin begin je dan ook het water bereikbaar te maken. Door het lagere niveau van het water ten opzichte van het maaiveld ontstaan er treden in het doorkruisende pad: dus architectuur.
Hoe moet de verhouding zijn tussen water en beplanting? Dat bepaalt allereerst de natuur en pas daarop volgend wij. Vanzelf komen er vele planten op die zich thuis voelen in dit milieu. Maar voordat je het weet woekeren allerlei soorten dooreen met als gevolg dat het water aan het oog wordt onttrokken. En dan grijpen wij in. Boeiend is om te zien hoe het effect van deze “moerastuin” elke dag verandert.
Naar kleur kijk je niet. Eerst zijn het dotterbloemen en daarna wordt een hele hoek overheerst door een blauw waas van vergeet-mij-nieten. Zwanebloemen wiegelen op hoge slankere stengels of gaan onbedoeld schuil tussen metershoge toesebollen.
Als we niet oppassen, kan riet beslag leggen op de ruimte of bedekken waterlelies en plompen met hun plat liggende bladen een te groot oppervlak. Weg ermee!
Een moeras is een plek om te kunnen peinzen en daarom moet er wel een zitplaats zijn. De plankieren leiden stapsgewijs naar een wat lager gelegen beschutte hoek vanwaar deze fascinerende wereld kan worden bekeken. Visjes en kikkers komen vanzelf vanuit een nabij gelegen water. We kijken en leren.