Om de vorm te accentueren werd daaronder, iets verhoogd, een cirkelvormig bed gemaakt dat met klaverzuring werd beplant. Rond het bed loopt een breed wandelpad. Een rij Rhododendrons aan de buitenkant van het pad, op twee plaatsen onderbroken door een bank, sluit de cirkel af van de omgeving. Kale hoge stammen van de oude eiken torenen hoog boven de Rhododendrons uit en doen aan de zuilen van een oude tempel denken. Het is een rustgevende plaats die uitnodigt om op een bank te gaan zitten.
De zuurminnende klaverzuring groeit bij voorkeur in het bos, heeft teer lichtgroen blad en bloeit in het voorjaar met kleine witte bloemen. Het zaait zich op bescheiden wijze uit, graag aan de overzijde van het pad aan de voet en in de beschutting van de Rhododendrons. In de mooie ronde deken van klaverzuring willen helaas nogal eens gaten vallen. Dit kan het gevolg zijn van plaatselijk te veel licht door een weggevallen eik of door het binnendringen van een sterke concurrent als salomonszegel, die zich gemakkelijk een plaats verschaft binnen deze monocultuur. Zodra in het voorjaar de planten beginnen te groeien maar de bodem nog niet helemaal bedekt is komen merels, vergezeld van hun hele vriendenkring er een zandbad nemen en dan ontstaan er grote kale plekken in de klaverzuring. De zaailingen aan de buitenrand bieden dan uitkomst.
Ook het bos is constant ‘in beweging’ en dat maakt het soms moeilijk de beslotenheid van de cirkel te handhaven. Verleden jaar is een eik weggevallen die in het ritme van de zuilen een bijna onmisbare positie innam. De boom was al een paar jaar in heel slechte staat en leverde gevaar op voor de veiligheid van onze bezoekers. Kappen was dus geboden.
Ons bos is een eikenbos dus moesten ook de beuken die zich tussen de eiken hadden gedrongen het veld ruimen. Een vitale beuk wint de strijd met een oude eik hoe dan ook. Beuken dulden geen andere planten in hun nabijheid. Het dichte takkenstelsel maakt het bijna onmogelijk voor bomen en andere planten zich in de nabijheid van een beuk te vestigen. Nieuwe, jonge eiken werden geplant met de bedoeling tezijnertijd de functie van de oude bomen over te nemen. Maar natuurlijk duurt het jaren voor ze de grootte bereikt hebben die nodig is om als zuil te kunnen fungeren. Eiken brengen eikels voort, nuttig als voedsel voor onze bosbewoners, maar ook een bron van jonge eikjes. Enkele jaren geleden waren de omstandigheden voor het kiemen van de eikels buitengewoon gunstig. Het hele bos was in het voorjaar bedekt met het lichtgroene loof van eiken zaailingen. Paniek! Werd ons bos nu één dicht woud van eikenbomen?
Langs het pad werd een stuk vrij gemaakt van deze uitbundige opslag. Door tijdgebrek werd de rest aan zijn lot overgelaten. Na een jaar was alle opslag weer verdwenen.
Deze vorm van overbevolking blijkt zichzelf dus weer te reduceren.
Terug naar jaargang 2011 overzicht