Het zijn hoofdzakelijk vaste planten, maar er zijn ook een- en tweejarige asters. De bloeitijd ligt voornamelijk in augustus, september en oktober. Er zijn slechts twee inheemse soorten bekend: Aster tripolium, zulte of zeeaster, en Aster linosyrus, kalkaster. Door verwildering vanuit tuinen zijn nog enkele soorten die oorspronkelijk uit Noord-Amerika komen in de natuur te vinden, zoals Aster lanceolatus en Aster novi-belgii. Asters komen in de natuur onder verschillende groeiomstandigheden voor, maar praktisch allemaal verlangen ze een zonnige standplaats op vochthoudende grond. De gekweekte varieteiten ontlenen vaak nog eigenschappen aan hun oorspronkelijke omstandigheden; de soorten kunnen, mits op de juiste plaats geplant, gemakkelijke en goed bruikbare planten zijn.
Lage herfstbloeiende asters, ontstaan uit kruisingen van Aster dumosus en Aster novi-belgii, worden in de dumosus-groep ondergebracht. Dit zijn planten die goed doorlatende, vochthoudende grond verlangen. Dan zijn het bijzonder gemakkelijke planten, maar op arme droge grond is deze groep helaas gevoelig voor meeldauw. Indien nodig kan de grond met compost verbeterd en licht bemest worden. In de Tuinen is in de Hoektuin een heel veld van Aster 'Professor Anton Kippenberg' uitgeplant als alternatief voor een grasvlak. Doordat de plant zich uitbreidt via oppervlakkige uitlopers of stolonen ontstaat een mooi groen, gesloten vlak dat in september in een prachtig blauw tapijt verandert. Veel astervarieteiten die in tuinen gebruikt worden behoren tot de novi-belgii-groep. De planten in deze groep zijn tussen 60 en 120 cm hoog. De polvormende Aster 'Schone von Dietlikon' is een van de sterkste.
Asters uit de novae-angliae-groep zijn van de novi-belgii-groep te onderscheiden doordat blad en stelen behaard zijn. Aster 'Andenken an Alma Potschke' met dieproze bloemen en een polvormende groeiwijze is een sterke plant die al jaren een blikvanger in onze Herfsttuin is. Beide groepen zijn belangrijk voor vlinders, bijen en andere insecten.
De bekende zomerbloeiende en veel toegepaste Aster x frikartii 'Munch' is een kruising tussen Aster amellus en Aster thomsonii. Hoewel Aster amellus als soort vrij zwak is bestaan er enkele varieteiten die het wel goed doen. Vaste plantenkweker Hans Kramer beveelt Aster thomsonii aan als een voor de border zeer waardevolle soort voor een zonnige standplaats. Aster thomsonii heeft een stevige bossige groeiwijze, bloeit met grote helderblauwe bloemen en wordt 100 cm hoog. De bloeitijd is van juli tot september. Bij ons staat hij in de Gemengde Border en is daar wekenlang een enorme blikvanger. De blauwe bloemen zijn nagenoeg hetzelfde, maar de stevigheid, duur van de bloei en betrouwbaarheid na de winter zijn duidelijk stukken beter dan van 'Munch'. A. thomsonii is goed te combineren met Phlox 'Utopia', Sanguisorba officinalis 'Arnhem' en Thalictrum delavayi, of met siergrassen en Solidago 'Golden Gate'.
Een sterke aster die het op lichte zandgrond goed doet en bovendien bij tamelijk veel schaduw nog bloeit is de kleinbloemige helderblauwe Aster macrophyllus 'Twillight'. Natuurlijk is 'Twilight' ook geschikt voor een standplaats in de zon en op normale tuingrond. De hoogte is ongeveer 100 cm.
Goed voor in de schaduw is ook Aster divaricatus. Deze soort breidt zich nogal uit en is daarom niet geschikt voor de vasteplantenborder. Maar met zijn kleine witte bloemetjes wel prachtig op een schaduwrijke plaats waar weinig wil groeien. Voor de liefhebber van kleinbloemige asters is A. lateriflorus aan te bevelen. De varieteit 'Horizontalis' heeft donkere stengels en blad, bloeit met roze bloempjes en is prachtig te combineren met Sedum 'Herbstfreude' en Persicaria amplexicaulis 'Blackfield'. Aster 'Little Carlow' is een rijkbloeiende sterke cordifolius-hybride met kleine helderblauwe bloemen. 'Little Carlow' is een van de meest waardevolle asters voor de nazomer en zowel met heesters als met vaste planten of rozen goed te combineren. De hoogte is 80 tot 100 cm, de bloeitijd september-oktober.
Veel asters zijn gevoelig voor meeldauw, met name die uit de novi-belgii- en de novae-angliae-groep. Zorg voor goed doorlatende, vochthoudende grond door in het voorjaar een mulchlaag rond de plant aan te brengen om uitdroging te voorkomen en geef in droge perioden water op de aarde zodat het blad droog blijft.