Onze Eigen Tuin - Lente 2009

In de Oude Proefborder, aan de voet van glanzend bruine stengels piepen grijsgroene kropjes uit de grond. Het zijn de knoppen van de hemelsleutel. De prille spruiten steken prachtig af tegen de bruintinten van de plantenresten en ik zie ze eigenlijk al de hele winter.

Alle nieuwe variëteiten ten spijt blijft deze Sedum ‘Herbstfreude’ mijn favoriet onder de Sedums. Er is geen moment in het jaar te noemen waarop deze plant niet iets boeiends heeft. Het subtiele contrast in winter en voorjaar van oude stengels met frisse, grijze knoppen. In de lente mooie ronde pollen waarboven in de zomer zachtgroene schermen verschijnen. Van karmijnkleurig in augustus verkleuren deze tot diep donkerrood in de herfst. In de loop van de winter krijgen de schermen een goudbruine kleur.

Door de veelvuldige toepassing is het misschien niet de meest spectaculaire plant, maar door de hoge sierwaarde in steeds een andere verschijningsvorm toch buitengewoon aan te bevelen. Met siergrassen zijn prachtige, duurzame combinaties te maken.

Sedum ‘Herbstfreude’ wordt circa 40 cm hoog en verlangt een droge zonnige standplaats. Omvallen van de pollen duidt op een te voedselrijke bodem. Niet mesten en tijdens de groei één keer in het voorjaar terugknippen helpt hiertegen.

Longkruid verrast mij elk jaar weer door de buitengewoon vroege bloei. Na een paar zonnige dagen en een temperatuur iets boven nul begint Pulmonaria al in maart met een aarzelen­de bloei die bij het uitblijven van vorst weldra weelderiger wordt en tot ver in april duurt. In de Watertuin staat op een vochtige, humusrijke plaats de prachtige azuurblauwe Pulmonaria angustifolia ‘Azurea’ met in de nabijheid de gelijktijdig bloeiende en laagblijvende Primula rosea ‘Grandiflora’. Na de bloei wordt deze laatste opgevolgd door de karmijnroze Primula pulverulenta. Deze 40 cm hoge Primula bloeit in etages van april tot ver in mei. Pulmonaria ver­andert na de bloei in een aantrekkelijke bladplant en dit alles maakt deze com­binatie tot een zeer vroege, maar ook voor lange tijd aantrekkelijke combinatie.

Een minder bekende maar minstens zo boeiende voorjaarsbloeier is Mertensia virginica. De intens blauwe kleur van de op longkruid lijkende bloe­men steekt prachtig af bij het tere blad. Mertensia is een bosplant die in een scha­duwrijke omgeving gedijt, liefst in de nabijheid van bomen of struiken. Hij is mooi te combineren met de eindeloos doorbloeiende Doronicum pardalianches. Op meerdere plaatsen in de Tuinen is deze gele voorjaarszonnebloem te vinden. Langs het nieuwe toegangspad tegenover de Oude Proefborder bloeit de zich door wortelstokken uitbreidende plant tussen bekervarens onder de Rhododendrons. Het is adembenemend mooi te zien hoe deze varens zich lang­zaam boven de grond verheffen en vervolgens hun knuistvormige pakketjes nieuwe bladeren ontvouwen. De elegant er doorheen geweven Doronicums gaan hiermee prachtig samen, maar als begin juni de bladbehoudende struik Kalmia latifolia zijn roze bloemenpracht laat zien is de kleurencombinatie niet zo geslaagd meer en breng ik de bloei van Doronicum met de snoeischaar tot rust.

Het geslacht Helleborus bevat veel aan­trekkelijke vroegbloeiende soorten. Helleborus orientalis met zijn vele varië­teiten is mijn favoriet. Het is elk voorjaar weer een feest deze planten onder de drie grote Metasequoia’s te zien bloeien. Hier staan ze samen met het breedbladige sneeuwklokje dat net is uitgebloeid, maar nog wel het brede, lijnvormige blad laat zien als de Tuinen op 1 april opengaan. Helleborus is ook prima te combineren met de hierboven beschreven Mertensia, die zich in de loop van de zomer met blad en al in de grond terugtrekt. Het weelderige nieuwe blad van Helleborus bedekt keurig de kale plekken die Mertensia achterlaat.

Terug naar jaargang 2009 overzicht