Saskia de Wit (NVTL) stelde in haar inleiding de twee uitersten in de tuin, natuur en cultuur, tegenover elkaar aan de hand van voorbeelden.
Het ultieme voorbeeld van cultuur is een bestrate patio zonder beplanting. Een verwilderingstuin staat voor natuur. Behalve het weghalen van wat direct gevaar voor de persoonlijke veiligheid oplevert valt in een verwilderingstuin niets te onderhouden. Deze twee uitersten vergen weinig tot geen onderhoud, maar hoe meer je naar het midden beweegt, hoe meer onderhoud. Voeg je aan de patio een paar potten met bloemen en een enkele boom toe, dan vraagt dat meteen al regelmatiger verzorging. En een verwilderingstuin waarin een enkele in vorm geknipte struik staat die als contrast dient zal ook regelmatig verzorgd moeten worden om het beoogde beeld te handhaven. Dat geldt voor elke tussenvorm. Volgens Saskia de Wit zijn er in het gebied dicht bij de uitersten heel interessante manieren te bedenken voor het beperken van het onderhoud.
Ria Brandwagt (Tuinen Mien Ruys) ging nader in op de beplanting. Voor de meeste tuineigenaren staat die gelijk aan veel werk. In het streven naar een onderhoudsvriendelijke tuin wordt de beplanting dan ook als eerste aangepakt en grotendeels verbannen uit de tuin. Het gevolg kent iedereen: tuinen met veel bestrating, grote grindvlakken, schuttingen en veel tuinmeubilair in plaats van gazons, hagen, bomen en borders. Voor een jong gezin met kinderen zou een tuin een gazon moeten hebben om op te zitten, te liggen of te spelen en een boom voor de schaduw, een simpele haag als afscheiding en eventueel een klein terras om met droge voeten op te zitten. Meer is niet nodig. Deze eenvoudige elementen kunnen, mits goed vormgegeven, de perfecte tuin voor dit gezin zijn, stelde Ria Brandwagt. Eenvoudig in onderhoud, voldoende groen en een ruimte waarin te leven valt. Ook pleitte zij voor een andere houding ten opzichte van onderhoud. Zie het niet als werk en houd met het inrichten van de tuin rekening met welke vorm van onderhoud je leuk vindt. Houd je meer van wieden dan van maaien, neem dan geen gras.
Michael van Gessel benadrukte dat er heel wat winst te halen valt uit het opruimen van tuinen. Door weg te halen wat niet echt bijdraagt aan het totale beeld ontstaat rust, ruimte en lucht. Door bloemen in één vak te concentreren ontstaat een mooi contrast tussen het uitbundige, gevarieerde van de beplanting en de rust en duidelijke vormgeving in de rest van de tuin. Kies daarbij een beperkt aantal soorten en plant ze willekeurig gemixt door elkaar. Het onderhoudsniveau van het plantvak hangt af van de persoonlijke plantenvoorkeur van de tuineigenaar. Een beplanting die bestaat uit een beperkt aantal soorten met opeenvolgende bloeitijden levert het hele seizoen een kleurig en natuurlijk beeld op.
De conclusie aan het eind van de dag was dat de beplanting niet weg te denken valt uit een tuin. Planten zorgen ervoor dat je de seizoenen ervaart, dat er afwisseling optreedt en groeiprocessen plaats vinden. Een tuin zonder die aspecten is geen tuin. Kennis van beplanting, begeleiding en voorlichting zijn noodzakelijk om een evenwichtige beplanting samen te kunnen stellen, en dat zorgt uiteindelijk voor minder werk.
Hier ligt een taak voor tuinontwerpers en tuinarchitecten. Want wie met een gedegen kennis van zaken zijn beplanting verzorgt zal zien dat de planten daardoor goed gedijen. Dat geeft voldoening en maakt de tuin van last tot lust. Of zoals een ijverige tuinier ooit antwoordde op de vraag waarom hij zijn gazonnetje dagelijks maaide: ‘dat doe ik omdat ik er dan verder geen werk aan heb’.
Terug naar jaargang 2006 overzicht