De rozenborder en de Heleniumborder zorgen dan voor het nodige spektakel. De rust die van de bloemenweiden uit moest gaan werd ernstig verstoord door de plaatselijk veel te overdadige groei van brandnetel, ridderzuring en gestreepte witbol, een weinig elegant gras. De grond bleek veel te rijk aan voedingsstoffen voor de ontwikkeling van een bloemenweide. We besloten een brede strook ervan kort te maaien en hierin een border te maken met zomerbloeiende bollen en knollen, hoofdzakelijk Dahlia's, gecombineerd met siergrassen en een enkele vaste plant.
De border heeft een afmeting van 2 x 25 meter. We verdeelden hem in vakken, gelijkbenige driehoeken met een basislengte van 3 meter. De driehoeken wisselen elkaar af: beurtelings met de punt of met de basis naar voren. Toen werd het kleurenschema vastgesteld. We begonnen met geel, dan via oranje naar rood tot donkerrood vervolgens naar purper en dan weer terug naar donkerrood, rood, oranje en geel. Door deze verdeling mengt de kleur van het ene vak zich heel geleidelijk met de kleur van het daaropvolgende. Om de felle kleuren van de Dahlia's enigszins te temperen werd hier en daar de grijsbladige Artemisia ludoviciana 'Silver Queen' toegevoegd. Langs de randen plantten we de siergrassen Molinia caerulea 'Moorhexe' en Carex buchananii en tussen de Dahlia's Chasmantium latifolium (plataar). Als contrast met de ronde vormen van de bloemen van de Dahlia's kozen we kleinbloemige gladiolen en Crocosmia's.
De Dahlia's werden besteld, begin april opgepot en in de broeitunnel gezet. Half mei toen de kans op nachtvorst voorbij was zetten we de planten in de border. Het waren al flinke, sterke planten die niet meer door slakken belaagd werden. Eind juni begonnen ze te bloeien. De goudgele grassen in de bloemenweide vormden een schitterende achtergrond voor de kleurige bloemen in de Dahlia border. De siergrassen in de border bleken minder succesvol. Siergrassen ontwikkelen zich aanvankelijk niet zo snel en ze bleken niet opgewassen tegen de enorme groeikracht van de Dahlia's. Ook Artemisia en Crocosmia hadden moeite de groeisnelheid van de Dahlia's bij te houden.
Het schema van de overlopende kleuren bleek op papier gewilliger dan in werkelijkheid. Het geel vormde geïsoleerde plekken die moeilijk opgingen in het geheel en het sprong er nogal heftig uit. Een verrassing was het roze van Dahlia 'Honka Surprise' die we geleverd kregen onder de naam 'Marie Schnugg'. Eerst was de teleurstelling groot toen we ontdekten dat het niet de bestelde donkerrode enkelbloemige sterdahlia bleek te zijn. Al gauw zagen wij dat de toevoeging van het subtiele roze eerder een aanwinst was. Omgeven door donkerrood en purper kwam er licht in de donkere vakken.
Het daarop volgende jaar hebben we zowel 'Marie Schnugg' als 'Honka Surprise' toegepast. Het geel werd uit de Dahliacollectie geschrapt en vervangen door venkel, die wat groeikracht betreft gelijkwaardig aan Dahlia's is. De siergrassen zijn gedeeltelijk vervangen; het brede blad van Chasmanthium latifolium leverde niet genoeg contrast op met het blad en de bloemen van de Dahlia's. Hiervoor in de plaats plantten we Panicum virgatum 'Rotstrahlbusch' die eerder bloeit en hoger wordt. Artemisia leverde het tweede jaar al flinke planten op en vormde een prachtige omlijsting voor de grote kleurige Dahliabloemen, maar heeft de neiging te woekeren met wortel uitlopers.
In oktober worden de wortelknollen opgerooid, gedroogd en vorstvrij opgeslagen. De siergrassen en vaste planten blijven staan en het is een kleine moeite de Artemisia na de winter weer als handzame plant terug te zetten. Ook de Crocosmia's waren het tweede jaar flink gegroeid en de bloemen kwamen hier en daar al boven de Dahlia's uit.
Geduld blijkt een onmisbare eigenschap voor de tuinier, zelfs bij het aanleggen van een Dahlia border.