Als een beplanting belaagd wordt door zevenblad of Aegopodium podagraria, zoals de wetenschappelijke naam luidt, en daar niet effectief tegen wordt opgetreden zal het zevenblad uiteindelijk alle planten overheersen. Op een aantal plaatsen in de borders voeren wij een langdurige strijd tegen dit onkruid. De wortels van zevenblad, ook wel hanenpoten genoemd, dringen in het hart van andere planten en dat maakt het bijna onmogelijk gedurende de groei- en bloeiperiode van de vaste planten het zevenblad te verwijderen.
De beste manier is om in het vroege voorjaar of na de bloei de planten op te nemen en helemaal vrij te maken van de witte wortels van zevenblad. De wortels van zevenblad en die van het slachtoffer zijn beter te onderscheiden wanneer eerst de aarde tussen de wortels weggespoeld wordt. Zelfs het kleinste stukje wortel dat in de pol achterblijft zal opnieuw gaan groeien en zijn groene blad tussen dat van zijn gastheer tonen. Onder en tussen heesters is de bestrijding wat eenvoudiger. Met een spitvork wordt de bovenste laag van de grond helemaal doorgewerkt tot alle zevenbladwortels uitgegraven zijn. Vervolgens plukken we elk groen zevenbladblaadje dat het waagt weer boven de grond te verschijnen weg. Uiteindelijk raken de wortels uitgeput. Dit werkt alleen als het gedurende langere tijd consequent wordt gedaan.
De achilleshiel van zevenblad: het kan niet tegen afmaaien. In een gazon kom je dan ook nooit zevenblad tegen. Zevenblad heeft ook een heel andere kant: de bloei. De witte bloemen verschijnen eind mei - begin juni in decoratieve schermen. De bloeiwijze lijkt op die van fluitenkruid, maar de plant wordt minder hoog. De bloemen zijn goed houdbaar op de vaas.
De ondiepe sloot naast de Kruidentuin is ’s zomers geheel gevuld met de reusachtige bladeren van groot hoefblad. Door de constante aanwezigheid van vocht heeft deze gigant het daar enorm naar zijn zin en presteert het in gunstige jaren manshoog uit te groeien. Voordat het blad uitloopt verschijnen er wit-paarse bloeiaren die de sloot wekenlang sieren. Tussen de grove wortelstokken van het hoefblad duiken al in de lente de fijnverdeelde blaadjes van het zevenblad op. Deze twee sterke planten houden elkaar mooi in evenwicht. Bovendien tolereren zij speenkruid, Ranunculus ficaria, dat zijn kleine gele bloemen tussen de grote ontluikende bladeren van het hoefblad. Speenkruid is een vroegbloeiend inheems plantje met een enorme expansiedrift, dat zich na de bloei terugtrekt. Wanneer het zevenblad begint te bloeien komen de bloemen boven de nog niet volgroeide bladeren van het hoefblad uit dat als het ware voor de tweede keer bloeit. Samen leveren ze een prachtig beeld dat beperkt blijft tot de geïsoleerde ruimte van de sloot.
Nog zo’n plant die binnen de perken gehouden moet worden is Fallopia japonica of Japanse duizendknoop. Langs een deel van het pad van de Larixlaan is in de zomer een manshoge haag van deze plant te zien: een prachtige afscheiding die vanuit een smalle strook kolossaal uitwaaiert langs pad en sloot. Om de doorgang over het bruggetje naar de Verwilderingstuin en Watertuin open te houden moet hier regelmatig gesnoeid worden. Fallopia reageert hier op volgens de regel: ‘snoeien doet groeien’ en maakt enorme worteluitlopers die werkelijk met geen middel tegen te houden zijn. De uitlopers gaan via de sloot aan de overkant de tuin in en vestigen zich daar tot in de hoogste bakken van de watertuin en in de beplanting van het tuindeel Bank bij Waterbol. Het is een prachtige plant die het seizoen met gloeiend geel verkleurd blad afsluit, maar die alleen te gebruiken is op veilige afstand van andere beplanting of in kuipen en bakken waaruit de wortels niet kunnen ontsnappen.
Terug naar jaargang 2013 overzicht