Vormgeving en beplanting
Na de oorlog werden er veel huizen gebouwd, vaak met een kleine tuin. Ook kreeg men meer vrije tijd en interesse voor tuinieren. Mien Ruys wilde aantonen dat het inrichten van dit soort tuinen anders kon dan wat veel werd toegepast; een gazon met een golvende bloemenrand en een recht tegelpad naar achteren. De volgende door haar toegepaste principes maken de tuin ruimer:
- het gebruik van de diagonale (langste) lijn in de tuin zorgt ervoor dat de tuin groter lijkt
- door een boompje te plaatsen krijgt de tuin diepte
- afscheidingen (hagen en schuttingen) van verschillende materialen en verschillende hoogtes voorkomen het ‘pijpenla’-effect
- het laten doorlopen van het gras van zijgrens tot zijgrens geeft de tuin meer breedte
- door een voeg van ongeveer 10 centimeter tussen de tegels loopt het gras tussen het pad door en wordt de tuin niet doorsneden in twee gedeeltes
De tuin is aangelegd met goedkope materialen en eenvoudig in onderhoud. De hagen aan de zijgrenzen bestaan uit haagbeuk, Carpinus betulus en veldesdoorn, Acer campestre. Aan de achterkant van de tuin staat een palissade van houten palen. De palissade dient tevens als voorziening voor klimplanten. De blazenboom, Koelreuteria paniculata is geschikt voor de wat kleinere tuin en heeft behalve een mooie gele herfstkleur, bijzondere blaasvormige vruchten. De beplanting in de borders bestaat uit een aantal betrouwbare en sterke soorten en zorgt voor afwisselende bloei gedurende het seizoen.
Geschiedenis
Door zijn eenvoud en helderheid heeft dit ontwerp van Mien Ruys een tijdloze kwaliteit. Behalve het gebruikelijke onderhoudswerk en wijzigingen in de beplanting is er sinds de aanleg van de Stadstuin dan ook weinig veranderd. Oorspronkelijk was de haag van veldesdoorn een lage schutting. Een eerder geplante blauwspar is in de jaren tachtig weggehaald. In 1986 is er een zandbak in het terras geplaatst.
Inmiddels is de Stadstuin, evenals de Verdiepte tuin, de Confectieborders en Vijvertje met riet, onlangs genomineerd als Rijksmonument uit de wederopbouwperiode na de Tweede Wereldoorlog.