Vrouwen zijn liever voor planten dan mannen

Mien Ruys (85) is zonder twijfel de bekendste tuinarchitecte in ons land. Duizenden projecten heeft zij gerealiseerd: van landschapsplannen tot kleine stadstuinen. Minstens zo bekend zijn de Mien Ruys Tuinen in Dedemsvaart die zij maakte voor eigen plezier, om te experimenteren en als voorbeeld voor het publiek.

In deze tijd van het jaar woont ze in haar zomerverblijf bij haar tuinen in Dedemsvaart, een verbouwde varkensschuur, verscholen achter bomen en planten. Aan de kapstok in de gang van het huisje hangen tuinschorten, boerenkielen, regenkleding, harken, schoffels, stoffen hoedjes voor tegen de zon en zuidwesters. Voor de fikse regenbuien, want onder alle omstandigheden was en is Mien Ruys in “haar” natuur te vinden.

Kwekerij

Mien, grijs haar en gebruind door de buitenlucht, waarin zij bijna haar hele leven heeft doorgebracht: “Honderd jaar geleden begon mijn vader een kwekerij. Door het kruisen van vaste planten ontstonden nieuwe plantensoorten en bouwde hij langzamerhand een naam op in Nederland. Op zijn hoogtepunt had de kwekerij van mijn vader een grootte van 50 hectare. Ik wilde niet mijn leven lang planten kweken, maar tuinarchitecte worden. Je moet je voorstellen dat er 64 jaar geleden geen literatuur bestond en ik dus alles proefondervindelijk moest uitzoeken. De eerste tuin, op een stukje grond van mijn ouders, werd een schaduwtuin. Later maakte ik een half zon-, half schaduwtuin. Ik was voortdurend aan het kijken hoe planten reageerden op bepaalde dingen en 'pikte' stukjes bij beetjes delen van de kwekerij van mijn ouders in.

Hier in de tuin in Dedemsvaart probeer ik de mensen een beetje te onderwijzen. Als ik zie met wat voor planten mensen uit de kwekerij komen, schiet ik soms in de lach. Ze hebben dan bijvoorbeeld een plant voor in de zon, eentje voor in de schaduw, eentje voor op een droge grond en eentje voor op een vochtige grond. Dat kan natuurlijk niet in een klein stadstuintje. Planten moeten bij elkaar passen en daarin wil ik de mensen een beetje helpen," vertelt Mien Ruys. “Ook de nazorg is ontzettend belangrijk. Je kunt nog zon mooie tuin aanleggen, als je niet weet hoe je de planten moet behandelen, heeft het op den duur helemaal geen zin gehad. Mijn ervaring is dat vrouwen meer zorg voor onderhoud hebben dan mannen. Ze gaan er veel verfijnder en liefdevoller mee om. Veel mensen denken dat een wilde tuin geen onderhoud nodig heeft. Een wilde tuin vraagt veel vakmanschap en onderhoud. Het boeiende van tuinieren is dat een tuin altijd in beweging is; als je goed kijkt verandert er iedere dag wel iets. In onze tuin worden nieuwe ideeën getoetst aan nieuwe ontwikkelingen. Er vinden hier geen rigoureuze veranderingen plaats."

Tuinarchitecte Mien Ruys: “Het ontwerpen vind ik nog het leukste geloof ik. Of het nou een ontwerp is voor een dakterras of een miljoenenopdracht maakt voor mij geen verschil. Het is beide keren een uitdaging en even belangrijk. Er komt heel wat voor kijken en het is zeker niet alleen maar wat bloemetjes planten, en klaar is Kees. Een tuinontwerp moet in de eerste plaats functioneel zijn, het moet ruimtelijk goed in elkaar zitten," zegt zij.

Gezondheid

Mien Ruys heeft inmiddels een gezegende leeftijd bereikt, maar weet nog lang niet van ophouden. Hoewel haar gezondheid een beetje te wensen overlaat, is zij zomers iedere dag in haar tuinen te vinden. Twee keer per dag doet ze samen met tuinman Dirk-Jan Koning de ronde. Vaak praten ze honderduit over dingen die beter kunnen of kleine veranderingen die doorgevoerd moeten worden.

De 85-jarige tuinfanate: “Ik zou nog weleens één heel groot park willen maken. Niet uit ijdelheid maar omdat het zo interessant is. Ik heb het idee dat ik de mensen wakker moet schudden, want we zijn met z’n allen vernietigend bezig. Door de bezuinigingen worden plantsoenen verwaarloosd en prachtige parken gesloten. Daarvoor in de plaats komen hoge kantoorgebouwen en stinkende auto's," aldus Mien Ruys.

Uit: De Telegraaf van 5 juli 1989