Vruchten uit eigen tuin

In ieder mensch blijven gewoonlijk enkele kinderlijke neigingen over. Wie heeft nooit stilletjes gesnoept van de bessen of de aardbeien, wie heeft nooit genoten van verboden frambozen? Altijd zijn de vruchten in de tuin een bijzonder genot, al zijn ze, als we er openlijk van mogen eten, nooit helemaal zo lekker als toen ze verboden waren.

Vruchten in de tuin, dat is iets, wat in de eerste plaats doet denken aan grote buitenplaatsen, in ieder geval aan een grote tuin en we vergeten vaak, dat deze vreugde ook mogelijk is zelfs in een betrekkelijk klein tuintje

Veel stadstuinen zijn van die lange, smalle pijpeladen en het kost soms de grootste moeite hier een aanleg te maken, die de eindeloze lengte wat opheft. Een lang, recht pad, een lange, rechte border maken het geheel nog langer en smaller maar kronkelpaadjes met romantische bochten horen in zo’n smalle strook ook weer niet thuis. Het kan een goede oplossing zijn dan het laatste derde deel van de tuin af te scheiden door een laag haagje en hierachter een klein vruchtentuintje te maken Aan de voorkant van deze haag kan een bloemenrand komen waardoor op eenvoudige wijze veel betere verhoudingen ontstaan.

Nu moeten we van zo’n vruchtentuintje natuurlijk geen overdreven voorstellingen maken: voor appels, peren en pruimen is hier geen plaats, maar bessen zijn sterk, ze stellen weinig eisen aan de grond en dragen ook nog vrucht al krijgen ze niet de hele dag zon.

Waar het er hier om gaat vruchten direct van de struik te eten, zoeken we zoete soorten uit, die ook zonder suiker lekker zijn. Een goede aalbes is Laxton’s no. 1. De behandeling van bessen is heel eenvoudig: in de winter kunnen we ze wat uitdunnen door de oude takken weg te nemen, als de struik te dicht wordt.

Ook de kruisbes is een lekkere vrucht om zo te eten. We moeten er alleen aan denken al deze struiken niet te dicht opeen te planten: het is het beste ze een onderlinge afstand te geven van ongeveer anderhalve meter in alle richtingen en ze direct na het planten sterk terug te snoeien.

Waar we in een kleine tuin moeten woekeren met de ruimte zoeken we naar een oplossing om de grond tussen de bessenstruiken ook productief te maken. Heel geschikt hiervoor zijn aardbeien. Op de donkerste plek, waar het minste zon komt, planten we de gezellige, kleine bosaardbeitjes, die we hier rustig laten verwilderen, en op de lichtere plaatsen kunnen gewone aardbeien komen in een vroeg- en in een laatdragend soort. Hebben de planten vrucht gedragen dan snijden we in Augustus een deel van de vele, nieuwe uitlopers weg en laten er ongeveer drie of vijf over. Deze lange uitlopers korten we ook nog in. Het tweede jaar nemen we de plant geheel op en we rooien het oude gedeelte weg en planten de uitlopers van het vorige jaar op, die dan weer uitgroeien tot nieuwe, forse planten. Daar bij deze behandeling de plant altijd het tweede jaar het rijkste vrucht draagt, moeten we zien twee bedjes te maken, die we om en om verjongen, zodat er elk jaar één is, dat goed bloeit.

Frambozen zijn nu eigenlijk alleen maar lekker uit de eigen tuin. Deze vrucht is zó teer en kneust zó licht, dat ze door het vervoer gewoonlijk veel te veel te lijden heeft, waardoor alle frisheid verloren gaat. We moeten dus proberen ook hier nog een plaatsje voor te vinden. Het beste kunnen we er een haagje van planten en als het mogelijk is, laten we dit lopen van Zuid naar Noord, zodat het zowel morgen- als middagzon krijgt Een zware bemesting is hier van het grootste belang, vooral oude varkensmest is goed voor frambozen. Alleen de uitlopers, die het vorige jaar gegroeid zijn, kunnen vrucht dragen, zodat we alle oudere takken, dus die welke het vorige jaar vrucht hebben gedragen, wegsnoeien. Op iedere plant laten we ongeveer vier jonge, krachtige scheuten over. Begin Juni is de beste tijd om deze jonge loten uit te zoeken en de rest bij de grond af te snijden.

MIEN RUYS
De Telegraaf van zondag 23 februari 1941