Vormgeving en beplanting
In de jaren vijftig gebruikte Mien Ruys vaak de diagonale lijn in ontwerpen bij portiekwoningen, die in die tijd veel werden gebouwd. De rechthoekige vorm van de binnentuinen van deze woningen leende zich hier goed voor. Dit leverde haar de naam ‘Schuine Mien’ op.
Door het terras met een diagonale lijn te leggen, komt het gras en de beplanting dichtbij de woning. Het effect hiervan is dat door de tuindeuren van de woning niet op de tegels van het terras wordt uitgekeken, maar op de beplanting en het gras.
De twee borders zijn beplant met vooral sterke, langbloeiende soorten in heldere kleuren. De tuin is aan één zijde deels begrensd door een haag van Thuja plicata, aan de andere kant door de heesters van Ruys in ’t riet. Aan de zijde van de Wiek is de tuin gedeeltelijk afgeschermd door een palissadewand, die met een schuine hoek doorloopt naar de zijgrens. Vanuit Wiekend kijkt men over het water naar de andere kant van de Tuinen.
De naam Wiekend heeft een dubbele betekenis. Niet alleen vanwege het weekendverblijf van Mien Ruys, maar ook het ‘einde van de Wiek’, het water waar het huisje aan ligt en dat over het terrein van de Tuinen loopt.
In 2013 is Wiekend volledig verbouwd naar een ontwerp van architect Henk Hamhuis en heeft nu de functie van Kennishuis.
Geschiedenis
Toen in de jaren vijftig het ouderlijk huis van Mien Ruys werd verkocht, woonde zij zelf in Amsterdam. Om toch in de Tuinen te kunnen verblijven, werd een oude varkensschuur op het terrein verbouwd tot zomerhuis naar een ontwerp van architect Ben Merkelbach. De laatste jaren van haar leven heeft Mien Ruys hier permanent gewoond, tot haar overlijden in 1999. De tuin van Wiekend is altijd privéterrein geweest, totdat deze in 2006 werd opgenomen in de rondwandeling.