Soms om een tweede bloei te activeren, zoals bij vrouwenmantel. Soms, onder andere bij vroegbloeiende geraniums, om de plant als bladplant opnieuw uit te laten lopen. Geranium magnificum en Geranium ‘Johnson’s Blue’ lenen zich hier bij uitstek voor.
Nu is de tijd van het opbinden en stutten van hoge planten aangekomen. Alle vormen en materialen worden daarbij uitgeprobeerd en toegepast.
Slappe groeiers worden overeind gehouden met rijshout. Dit zijn de vertakte delen van kaal snoeihout. Tussen en rond planten met broze of tengere stelen wordt een stevig geraamte van takken gemaakt waar ze doorheen groeien. Dit zou eigenlijk al in een vroeg stadium moeten gebeuren maar dat levert niet zo’n fraai beeld op in de tuinen en dat willen we ons bezoek van dat moment niet aandoen. We wachten dan tot de buurplanten de takken kunnen camoufleren. Voor de lagere planten is dit een heel goede manier voor een natuurlijk ogend resultaat.
Vanaf begin juni schieten de riddersporen in de Oude Proeftuin omhoog op hun fiere stevige stelen. Niets aan de hand zou je denken. Maar de ervaring leerde anders. In volle bloei zijn deze ridders een gemakkelijke prooi bij de geringste aanval van wind en regen. De bloemen blijken te zwaar voor hun stelen. Een gevolg van het ‘veredelen’ van de soort. De bamboeplant bij het theehuis levert ons elk jaar voldoende groene stelen die voor dit werkje gebruikt kunnen worden. Aan de achterkant wordt elke steel met een lange dunne stok verstevigd tot aan het begin van de bloeistengel en zo onopvallend mogelijk aangebonden. Laat de wind maar komen…… en die kwam. Het kwetsbare punt had zich verplaatst naar het eindpunt van de stok. Omdat de steel vaststond en niet meer met de wind meebewoog knapte de steel af. Einde bloei. Niet opbinden is geen optie. De oplossing werd gevonden om stokken te nemen van de uiteindelijke hoogte van stengel + bloem. In de groeiperiode zijn de stokken dan helaas eerst zichtbaar. In volle bloei is daar niets meer van te zien en door de overweldigende schoonheid van deze edele planten is dat gauw vergeven en vergeten.
De hogere planten in het achterste deel van de borders krijgen in eerste instantie steun van metalen ringen die rond de planten gestoken worden. Zo blijft elke ‘bos’ bij elkaar, wat uitzakken voorkomt. Na verloop van tijd rijzen de Phloxen en Heleniums ver boven de steunen uit. Vervolgens worden de steunen met behulp van bamboestokken en bindtouw verlengd. Maar ook dat heeft een gevaarlijke kant. Nu is het bindtouw het kwetsbare punt geworden. Gecultiveerde planten in bloei hebben nogal de neiging topzwaar te worden. Het touw voorkomt dat de stelen met wind mee kunnen bewegen en bij een zomerse storm kunnen stelen hier afknappen. Wat is nu de juiste beslissing? In de klassieke borders van ons rijksmonument kiezen we er voor toch zoveel mogelijk op te binden omdat dit over het algemeen het meest bevredigende resultaat geeft. Hier handhaven we zoveel mogelijk de variëteiten die daar ooit door Mien Ruys gebruikt zijn. Ze vertegenwoordigen een tijdsbeeld.